Source text in English | Translation by Mattijs Warbroek (#9649) — Winner |
I remember reading once that some fellows use language to conceal thought, but it's been my experience that a good many more use it instead of thought. A businessman's conversation should be regulated by fewer and simpler rules than any other function of the human animal. They are: Have something to say. Say it. Stop talking. Beginning before you know what you want to say and keeping on after you have said it lands a merchant in a lawsuit or the poorhouse, and the first is a short cut to the second. I maintain a legal department here, and it costs a lot of money, but it's to keep me from going to law. It's all right when you are calling on a girl or talking with friends after dinner to run a conversation like a Sunday-school excursion, with stops to pick flowers; but in the office your sentences should be the shortest distance possible between periods. Cut out the introduction and the peroration, and stop before you get to secondly. You've got to preach short sermons to catch sinners; and deacons won't believe they need long ones themselves. Give fools the first and women the last word. The meat's always in the middle of the sandwich. Of course, a light butter on either side of it doesn't do any harm if it's intended for a man who likes butter. Remember, too, that it's easier to look wise than to talk wisdom. Say less than the other fellow and listen more than you talk; for when a man's listening he isn't telling on himself and he's flattering the fellow who is. Give most men a good listener and most women enough note-paper and they'll tell all they know. Money talks -- but not unless its owner has a loose tongue, and then its remarks are always offensive. Poverty talks, too, but nobody wants to hear what it has to say. | Ik heb ooit eens gelezen dat sommigen van ons taal gebruiken om gedachten te maskeren, maar in mijn ervaring wordt taal veel vaker gebruikt in plaats van gedachten. De gesprekken van zakenlieden zou aan minder en eenvoudigere regels onderhevig moeten zijn dan welke andere functie van het menselijk dier dan ook. Deze regels zijn: Heb iets te zeggen. Zeg het. Stop met praten. Door te beginnen voordat hij weet wat hij wil zeggen en verder te gaan nadat hij het gezegd heeft, belandt een handelaar in een rechtszaak of in het armenhuis. En met dat eerste ben je zo in het tweede. Ik heb hier een juridische afdeling, het kost me veel geld, maar het voorkomt dat ik moet gaan procederen. Wanneer je bij een meisje langsgaat of na het eten met vrienden praat, kun je een gesprek voeren als een uitstapje van de zondagschool, met pauzes voor het plukken van bloemen. Maar op kantoor moeten je zinnen tussen de punten zo kort mogelijk zijn. Laat de inleiding en de slotrede zitten en stop voordat je bij ten tweede bent. Je moet korte preken houden om zondaars te vangen, diakens geloven zelf niet dat ze lange nodig hebben. Geef dwazen het eerste en vrouwen het laatste woord, het vlees zit altijd in het midden van het broodje. Een beetje boter aan beide kanten kan natuurlijk geen kwaad als het bedoeld is voor iemand die van boter houdt. Onthoud ook dat het gemakkelijker is om er wijs uit te zien dan om wijze woorden te spreken. Zeg minder dan de ander en luister meer dan je praat, want als een man luistert, verraadt hij zichzelf niet en vleit hij degene die dat wel doet. Biedt de meeste mannen een luisterend oor en de meeste vrouwen voldoende kladpapier en ze zullen je alles vertellen wat ze weten. Geld spreekt. Maar niet tenzij de eigenaar een losse tong heeft en dan zijn de opmerkingen altijd aanstootgevend. Armoede spreekt ook, maar niemand wil weten wat er wordt gezegd. |